bakerdag
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbɑːkəɾˌdɑːg /
Woordafbreking
- ba·ker·dag
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van bake zn "bakken" en dag zn "dag"
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bakerdag | bakerdagen | bakerdager | bakerdagene |
genitief | bakerdags | bakerdagens | bakerdagers | bakerdagenes |
Zelfstandig naamwoord
bakerdag [1], m
- (huishouden) de dag waarop je bakt en de broodvoorraad aannvult
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.