balzaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  balzaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bal·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord balzaal balzalen
verkleinwoord balzaaltje balzaaltjes

Zelfstandig naamwoord

debalzaalv/m

  1. zaal ingericht voor danspartijen of grote feesten
    • In het theatercafé lonkt een goudkleurige bar naar de bezoekers en de grote foyer op eerste verdieping oogt, met kroonluchters en roodgoud behangsel, als een balzaal. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord balzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.