bankbus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bankbus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bank·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankbus bankbussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debankbusm

  1. een bankkantoor dat gevestigd is in een autobus; mobiel bankkantoor
     Rabobank doet onderzoek naar bankbus voor kleinere buurten[1]
     De Rabobank in Lonneker heeft het opzetten van een 'bankbus' op een lager pitje gezet.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bankbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Rabobank doet onderzoek naar bankbus voor kleinere buurten” (10-09-2008), Tubantia
  2. Weblink bron “Rabobank ziet nog even af van 'bankbus'” (Redactie 18-11-08, 15:30 Laatste update: 04-04-17, 18:47 Bron: tubantia), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.