banneling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  banneling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑnəlɪŋ/
Woordafbreking
  • ban·ne·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bannen met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
enkelvoud meervoud
naamwoord banneling bannelingen
verkleinwoord bannelingetje bannelingetjes

Zelfstandig naamwoord

debannelingm

  1. persoon die op last van de regering zijn eigen land heeft moeten verlaten
    • De Dalai Lama verblijft als banneling in India. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord banneling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.