banter

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  banter (VK)    (hulp, bestand),  banter (VS)    (hulp, bestand),  banter (AU)    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • Bekend sinds ca. 1670; mogelijk een dialectwoord uit Londen[1]
enkelvoud meervoud
banter banters

Zelfstandig naamwoord

pester

  1. bespotting,  spot zn 
  2. gekheid, malheid
vervoeging
onbepaalde wijs to  banter 
he/she/it  banters 
verleden tijd  bantered 
voltooid
deelwoord
 bantered 
onvoltooid
deelwoord
 bantering 
gebiedende wijs  banter 

Werkwoord

banter

  1. overgankelijk bespotten,  plagen ww 
  2. overgankelijk een poets bakken, misleiden
  3. onovergankelijk badineren, gekscheren, schertsen

Verwijzingen

  1. banter, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.