bara

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bara    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbara/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ba·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bara bara's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debarav/m

  1. (voeding) (Suriname) rond koekje met in het midden een gaatje, van gemalen urdiboontjes, gebakken in olie
    • Een bara houdt het midden tussen een hartige donut en een hartige oliebol. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bara staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
14 %van de Nederlanders;
7 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Woordafbreking
  • ba·ra

Zelfstandig naamwoord

bara

  1. sintel

Welsh

enkelvoud meervoud
 bara 

Zelfstandig naamwoord

bara m

  1. (voeding) brood

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  bara    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·ra
Naar frequentie 38

Bijvoeglijk naamwoord

bara

  1. alleen, maar, slechts, uitsluitend
  2. niet meer en niet minder dan
Synoniemen
  • [1]: blott
  • [1]: endast
  • [2]: varken mer eller mindre än (något)
Uitdrukkingen en gezegden
  • bara fint
opperbest, zeer goed

Bijvoeglijk naamwoord

bara

  1. bepaald enkelvoud van bar
Schrijfwijzen
  • bare (inzetbaar alleen bij een mannelijke person of een mannelijk dier in plaats van bara)

Bijvoeglijk naamwoord

bara

  1. meervoud van bar
Opmerkingen

barare

  1. vergrotende trap van bar

barast

  1. overtreffende trap van bar

baraste

  1. attributieve vorm bepaald enkelvoud overtreffende trap van bar

baraste

  1. attributieve vorm meervoud overtreffende trap van bar

Voegwoord

bara

  1. alleen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.