basblokfluit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: basblokfluit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bas·blok·fluit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bas en blokfluit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basblokfluit | basblokfluiten |
verkleinwoord | basblokfluitje | basblokfluitjes |
Zelfstandig naamwoord
de basblokfluit v / m
- (muziekinstrument) een eenvoudig houten blaasinstrument dat, via een S-bocht, recht voor de mond wordt bespeeld
- De toonomvang van een basblokfluit omvat z'n twee octaven, de laagste toon is een f.
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- bamboefluit, bekfluit, blok, dwarsfluit, fluit, kop, labium, rietfluit
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord basblokfluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.