basisschoolkind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basisschoolkind    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·sis·school·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisschoolkind basisschoolkinderen
verkleinwoord basisschoolkindje basisschoolkindjes

Zelfstandig naamwoord

hetbasisschoolkindo

  1. (onderwijs) kind dat naar een basisschool gaat
  2. kind dat de leeftijd heeft om naar de basisschool te gaan; kind met een leeftijd tussen de 4 en 12 jaar
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord basisschoolkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.