basiswoordenlijst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: basiswoordenlijst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·sis·woor·den·lijst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis zn en woordenlijst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basiswoordenlijst | basiswoordenlijsten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de basiswoordenlijst v / m
- (onderwijs) opsomming van alle woorden die men op een bepaald onderwijsniveau minimaal moet kennen
- ▸ Ook voert hij de 'Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters' in, wat betrekking heeft op het aantal woorden dat kinderen aan het eind van groep twee moeten kennen. Deze maatregel is speciaal gericht op Marokkaanse en Turkse kinderen, omdat zij over een te beperkte woordenschat blijken te beschikken.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord basiswoordenlijst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Over Lodewijk Asscher” (19-12-2012), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.