woordenschat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woordenschat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woor·den·schat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordenschat woordenschatten
verkleinwoord woordenschatje woordenschatjes

Zelfstandig naamwoord

de woordenschat m

  1. verzameling woorden die een taal of persoon rijk is of die deel uitmaken van een bepaald jargon
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord woordenschat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.