basketbaltitel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basketbaltitel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·ket·bal·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basketbaltitel basketbaltitels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debasketbaltitelm

  1. (sport) naam die een basketbalkampioen mag dragen
     GasTerra Flames heeft zich geplaatst voor de finale van de play-offs om de Nederlandse basketbaltitel. De Groningse ploeg won in de halve finale tegen ZZ Leiden het beslissende vijfde duel: 76-62.[1]
     De reactie van Kees Akerboom, Stefan Wessels en Rogier Jansen na het behalen van de nationale basketbaltitel met EiffelTowers Den Bosch. De Brabanders versloegen het thuisspelende ZZ Leiden met 65-61. Daarmee eindigde de best-of-seven-finale in 4-1 voor Den Bosch.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord basketbaltitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Flames naar finale basketbal” (Zondag 11 mei 2014, 20:18), NOS
  2. Weblink bron “Akerboom: "Naar elkaar toegegroeid"” (Zondag 27 mei 2012, 19:07), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.