basstem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basstem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·stem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basstem basstemmen
verkleinwoord basstemmetje basstemmetjes

Zelfstandig naamwoord

debasstemv/m

  1. (muziek) een lage mannenstem
    • Hij heeft een prachtige basstem. 
  2. (muziek) de laagste stem in een stuk muziek van vier of meer stemmen
    • In de renaissance werd er aan de voorheen gebruikelijke cantus, contratenor en tenor een vierde stem, de basstem toegevoegd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basstem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.