batter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  batter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bat·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van batteren met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord batter batters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debatterm

  1. slaag, rammeling
  2. iemand die alles aankan
  3. (kookkunst) groot koksmes
  4. (scheepvaart) schip
  5. (sport) slagman
     Als een batter de hem toegeworpen bal met zijn bat raakt en samen met zijn kompaan de pitch kan overlopen voordat een fielder van team A met de bal een wicket kan breken, scoort team B een run.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord batter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. batter op website: Etymologiebank.nl
  2. “De kunst van het cricket kijken” (26 februari 2003), De Tijd (België)
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  batter (VS)    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] (werkwoord) Via Middelengels bateren van Oudfrans batre
  • [B] (werkwoord) Onbekend
  • [A] (zelfstandig naamwoord) Via Middelengels bature van Oudfrans bateure
  • [B] (zelfstandig naamwoord) Onbekend
  • [C] (zelfstandig naamwoord) Afleiding van het Engelse werkwoord  bat ww  met het achtervoegsel -er
vervoeging
onbepaalde wijs to  batter 
he/she/it  batters 
verleden tijd  battered 
voltooid
deelwoord
 battered 
onvoltooid
deelwoord
 battering 
gebiedende wijs  batter 

Werkwoord

[A] batter

  1. overgankelijk inbeuken op, slaan
  2. overgankelijk beschieten
  3. overgankelijk, (militair) bombarderen
  4. onovergankelijk beuken, bonzen
  5. onovergankelijk, overgankelijk rammelen

Werkwoord

[B] batter

  1. onovergankelijk schuin aflopen
enkelvoud meervoud
batter batters

Zelfstandig naamwoord

[A] batter

  1. (kookkunst) beslag [2]
enkelvoud meervoud
batter batters

Zelfstandig naamwoord

[B] batter

  1. schuinte
enkelvoud meervoud
batter batters

Zelfstandig naamwoord

[C] batter

  1. (sport) batter [5], slagman
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.