bedluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedluis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bed·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bed zn en luis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedluis | bedluizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedluis v / m
- (halfvleugeligen) Cimex lectularius , een parasitair insect dat behoort tot de familie bedwantsen (Cimicidae) en berucht is omdat het het bed van de mens graag als tehuis kiest
- ▸ Een bedwants, ook wel een wandluis of een bedluis, voedt zichzelf met het bloed van mens of (huis)dier. Ze kunnen dus alleen in de buurt van mens en dier in leven blijven en komen het meest voor in slaapkamers.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bedluis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bedwants steeds vaker in Nederlandse bedden” (donderdag 30 oktober 2014, 12:24), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.