cheat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cheat    (hulp, bestand)
  • IPA: /tʃiːt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • cheat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cheat cheats
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decheatm

  1. (spel) truc met de programmatuur die een speler van een computergame oneerlijk voordeel bezorgt
     Met het cheatprogramma konden spelers de spelomgeving beïnvloeden en een zogeheten God-modus activeren, waardoor ze niet langer dood konden. Dat gaf spelers in de onlinemodus een oneerlijk voordeel ten opzichte van anderen die de cheat niet hadden gekocht.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord cheat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Australische politie doorzoekt huizen cheatmakers Grand Theft Auto V” (18 oktober 2018) op nu.nl

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  cheat (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /t͡ʃiːt/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
cheat cheats

Zelfstandig naamwoord

cheat

  1. bedrog
  2. (persoon) bedrieger
  3. (spel) cheat
  4. (bloemplanten) zwenkdravik Bromus tectorum 
vervoeging
onbepaalde wijs to  cheat 
he/she/it  cheats 
verleden tijd  cheated 
voltooid
deelwoord
 cheated 
onvoltooid
deelwoord
 cheating 
gebiedende wijs  cheat 

Werkwoord

cheat

  1. overgankelijk bedriegen
  2. onovergankelijk valsspelen

Gangbaarheid

99 %van de Amerikanen;
99 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.