bedrijfswoning
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedrijfswoning (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·drijfs·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedrijf zn en woning zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfswoning | bedrijfswoningen |
verkleinwoord | bedrijfswoninkje | bedrijfswoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de bedrijfswoning v
- woonhuis dat hoort bij een bedrijf
- ▸ Volgens de rechtbank blijkt nu uit diverse overeenkomsten dat Scholte een bedrijfswoning huurde en geen woning. De gemeente heeft correct gehandeld en de overeenkomsten terecht opgezegd.[1]
- ▸ Volgens de brandweer kan de loods als verloren worden beschouwd, de nabijgelegen bedrijfswoning kon worden behouden. Niemand raakte gewond.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfswoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kunstenaar Rob Scholte moet gemeente Den Helder vier ton betalen” (Woensdag 18 september 2019, 19:22), NOS
- ↑ Weblink bron “Uitslaande brand legt loods in Nieuwe Pekela in de as” (Woensdag 21 september 2022, 09:48), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.