beencel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beencel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • been·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beencel beencellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debeencelv/m

  1. (biologie) de meest voorkomende cel in botweefsel
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beencel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.