bejaardenhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bejaardenhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·jaar·den·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardenhuis bejaardenhuizen
verkleinwoord bejaardenhuisje bejaardenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetbejaardenhuiso

  1. verzorgingshuis, bejaardentehuis, bejaardenhome, rusthuis, rustoord of woonzorgcentrum.
    • Steeds minder mensen gaan naar een bejaardenhuis. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bejaardenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.