belbus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belbus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bel·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belbus belbussen
verkleinwoord belbusje belbusjes

Zelfstandig naamwoord

debelbusm

  1. busdienst waarvoor passagiers tevoren telefonisch of anderszins moeten reserveren omdat de bus anders niet rijdt
Woordherkomst en -opbouw

Gangbaarheid

  • Het woord belbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.