benteng

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benteng    (hulp, bestand)
  • IPA: bɛntɛŋ
Woordafbreking
  • ben·teng
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benteng bentengs
verkleinwoord bentenkje bentenkjes

Zelfstandig naamwoord

benteng

  1. (verouderd), (militair) versterking, stelling, schans in het voormalig Nederlands-Indië
  2. (verouderd), (bouwkunde) vesting, fort in het voormalig Nederlands-Indië
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord 'benteng' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Indonesisch

Uitspraak
  • IPA: bɛntɛŋ
Woordafbreking
  • ben·teng
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

benteng

  1. (bouwkunde), (militair) stelling, fortificatie, schans
  2. (bouwkunde), (militair) vesting, fort
  3. (sport) toren in het schaakspel
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.