beterschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beterschap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbetərˌsxɑp/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beterschap -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debeterschapv

  1. herstelde toestand na ziekte
    • Ik wens je beterschap na de operatie. 
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • beterschap beloven
    zeggen dat je het in de toekomst beter gaat doen
 De dief beloofde met tranen in de ogen beterschap, maar de rechter geloofde hem niet wat dit was de tiende keer dat deze boef veroordeeld werd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.