bezits-s

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezits-s    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈzɪtsɛs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·zits-s
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezits-s bezits-s'en
verkleinwoord bezits-s'je bezits-s'jes

Zelfstandig naamwoord

debezits-sv/m

  1. (grammatica) sisklank die in de bezitsvorm aan het eind van een zelfstandig naamwoord wordt toegevoegd
    • Achter namen die eindigen op een sis-klank, gebruikt men in de Nederlandse taal alleen een apostrof, en volgt geen bezits-s. 
    • We schrijven de bezits-s vast aan het grondwoord, tenzij dat eindigt op een lange klinker of een sisklank. [1]
Opmerkingen
  • In het Nederlands komt de bezits-s tegenwoordig nog voor bij eigennamen en aanspreekvormen voor personen, en wordt dan gevolgd door datgene wat bezeten wordt:
    • Jans fiets
    • oma's auto
  • Voor de bezits-s bestaan speciale spellingregels.
  • De bezits-s komt ook voor in het Engels en het Duits.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bezits-s' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.