bezoekersvisum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezoekersvisum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zoe·kers·vi·sum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoekersvisum bezoekersvisums
bezoekersvisa
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbezoekersvisumo

  1. toestemming om tijdelijk als bezoeker of toerist in een land te verblijven
     Boochani kreeg in november vorig jaar een bezoekersvisum in Nieuw-Zeeland, om daar te spreken op een literair festival. Maar nadat het visum verliep, bleef hij in de stad Christchurch.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bezoekersvisum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Vluchteling die boek schreef over Australische kampen krijgt asiel in Nieuw-Zeeland” (Vrijdag 24 juli 2020, 19:03), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.