bie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bie
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bie
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

bie [2] [3]

  1. bijzonder (goed)

Gangbaarheid

  • Het woord 'bie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: (voorzetsel) /bíː/ (Etsbergs)
  • IPA: (zelfstandig naamwoord) /bìː/ (Etsbergs)
enkelvoud meervoud
bepaald geheel bieje biejer
gemut. pieje piejer
onbepaald geheel bie bie
gemut. pie pie

Voorzetsel

bie + datief

  1. bij
  2. in de buurt van
  3. op, in

Zelfstandig naamwoord

bie v

  1. bij
  2. stekende beest dat ronde randen heeft met geeltinten
Verbuiging

Nedersaksisch

Voorzetsel

bie

  1. bij

Veluws

Voorzetsel

bie

  1. (Oost-Veluws) bij

West-Vlaams

Zelfstandig naamwoord

bie

  1. bij
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.