bijwerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijwerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛɪwɛrkə(n)/ (4 lettergrepen); /'bɛɪʋɛrkə(n)/
Woordafbreking
  • bij·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijwerken
werkte bij
bijgewerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

bijwerken

  1. overgankelijk zorgen dat alle veranderingen die inmiddels nodig geworden waren doorgevoerd zijn
    • Ik heb deze bestanden even bijgewerkt. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

debijwerkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijwerk

Gangbaarheid

  • Het woord bijwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.