binnenhuisarchitect
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenhuisarchitect (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bin·nen·huis·ar·chi·tect
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnenhuis en architect zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenhuisarchitect | binnenhuisarchitecten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de binnenhuisarchitect m
- (beroep) iemand die de inrichting van een gebouw ontwerpt
- Het Witte Huis heeft een lange geschiedenis: het interieur gooi je niet zomaar van de ene op de andere dag vol met IKEA-meubelen. Daarom huurden de Obama’s een binnenhuisarchitect in om aanpassingen te maken. Architect Michael Smith moest er hard voor aan de slag, schrijft het blad. Hij moest onderzoek doen naar het verleden van het pand en die geschiedenis vervolgens combineren met de interieurwensen van de Obama’s.[2]
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord binnenhuisarchitect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Len Maessen 2 november 2016
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.