binnenoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·oor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenoor binnenoren
verkleinwoord binnenoortje binnenoortjes

Zelfstandig naamwoord

hetbinnenooro

  1. (anatomie) binnenste deel van het oor achter het middenoor
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord binnenoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.