bint

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bint    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bint
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘balk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1642 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bint binten
verkleinwoord bintje bintjes

Zelfstandig naamwoord

hetbinto

  1. (bouwkunde) zware houten balk (ter verbinding) [2] [3]
  2. (landbouw) zaailing van hennep [4] [5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Werkwoord

bint

  1. zijn

Veluws

Werkwoord

bint

  1. zijn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.