biologieleraar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biologieleraar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bio·lo·gie·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biologieleraar biologieleraars
biologieleraren
verkleinwoord biologieleraartje biologieleraartjes

Zelfstandig naamwoord

debiologieleraarm

  1. (onderwijs) (beroep) een leraar die les geeft in het schoolvak van planten, dieren en het menselijk lichaam.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord biologieleraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.