blåvinger

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /bloːʋiŋəɾ/
Woordafbreking
  • blå·vin·ger
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

blåvinger mv

  1. (vlinders), (taxonomische familie) blauwtjes
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief           blåvinger     blåvingene  
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

blåvinger mv

  1. nominatief meervoud van blåving en blåvinge
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.