blauwschaap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwschaap    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·schaap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwschaap blauwschapen
verkleinwoord blauwschaapje blauwschaapjes

Zelfstandig naamwoord

hetblauwschaapo

  1. (evenhoevigen) Pseudois nayaur  een soort bok die voorkomt in de gebergtes van Centraal-Azië. Ondanks de naam hoort het blauwschaap niet bij de schapen (geslacht Ovis). Samen met het dwergblauwschaap (Pseudois schaeferi) vormt de soort een eigen geslacht, dat nauwer aan de geiten dan aan de schapen verwant is
Synoniemen
  • naur, bharal
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'blauwschaap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.