blond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blond    (hulp, bestand)
  • IPA: /blɔnt/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /blɔnt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /blɔnt/
    • (Limburg): /blɔnd/
Woordafbreking
  • blond
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met een lichte kleur’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • van Middelnederlands blont [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blondblonderblondst
verbogen blondeblondereblondste
partitief blondsblonders-

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) een lichte haarkleurvariant
    • Rond de Botnische Golf komen de meeste blonde mensen voor. 
     Een aantal dagen later zag ik voor het eerst de slapende vulkaan Mount Shasta in de verte liggen. Ik was goed in vorm, waardoor ik des te gekker opkeek toen iemand mij toch inhaalde. Deze persoon had gigantisch gespierde kuiten en twee lange blonde vlechten onder een versleten baseballcap.[3]
  2. bier met een licht gele kleur
    • Dit is waar Vlamingen trots op zijn. Een krachtig, blond bier van hoge gisting, met een warme smaak na toevoeging van snippers eikenhout.[4] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  blond    (hulp, bestand)
stellend vergrotend overtreffend
blond
blonder
am blondesten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond

Engels

stellend vergrotend overtreffend
blondblonder
more blond
blondest
most blond

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  blond    (hulp, bestand)
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   blond blonds
  vrouwelijk   blonde blondes

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond

Zelfstandig naamwoord

blond

  1. persoon met blond haar; blondje

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /blɔn/
Woordafbreking
  • blond
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Frans.
Naar frequentie 6224
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud blond blondere blondest
o enkelvoud blondt
meervoud blonde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
blonde blondere blondeste

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond
    «Hun er blond
    Ze is blond.
  2. (meteorologie) helder, klaar, licht
    «Blonde, nordiske sommernetter.»
    Lichte Noorse zomernachten.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /blɔn/
Woordafbreking
  • blond
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Frans.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud blond blondare blondast
o enkelvoud blondt
meervoud blonde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
blonde blondare blondaste

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond
  2. (meteorologie) helder, klaar, licht
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /blɔnt/
  • Geluid:  blond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blond

Bijvoeglijk naamwoord

blond

  1. (kleur) blond; met blonde haren.
Verbuiging
  • Onverbogen
Synoniemen
  • plavý
  • světlovlasý
Antoniemen
  • tmavovlasý
Verwante begrippen
  • blondýn m
  • blondýna v
  • blondýnka v

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.