boeiboord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boeiboord (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boei·boord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boei zn en boord zn [1]
- uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boeiboord | boeiboorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
boeiboord m/o
- (bouwkunde) een opstaande zijde van een dakrand of dakgoot
Synoniemen
- boeideel, boeiplank, boeiing
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord boeiboord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.