boekenweekgeschenk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boekenweekgeschenk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbukə(n)ˌwekxəˌsxɛŋk/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • boe·ken·week·ge·schenk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenweekgeschenk boekenweekgeschenken
verkleinwoord boekenweekgeschenkje boekenweekgeschenkjes

Zelfstandig naamwoord

hetboekenweekgeschenko

  1. (kunst) boek dat speciaal voor de Boekenweek is geschreven en dat iedereen die in die week een boek koopt, gratis ontvangt
     In de jaren 70 en 80 publiceerde Maarten Biesheuvel circa twintig bundels, waaronder Slechte mensen, De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, Brommer op zee, De Bruid en in 1988 het boekenweekgeschenk Een overtollig mens.[1]
     Demissionair minister Van Engelshoven (Cultuur) heeft vanochtend in Purmerend de Boekenweek geopend. Ze overhandigde de eerste exemplaren van het Boekenweekgeschenk en Boekenweekessay aan de auteurs Hanna Bervoets en Roxane van Iperen.[2]
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • kinderboekenweekgeschenk

Gangbaarheid

  • Het woord boekenweekgeschenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Maarten Biesheuvel was 'koning van het korte verhaal'” (30-07-2020), NOS
  2. Weblink bron “Boekenweek anders dan anders door corona, 'maar we vieren het boek'” (29-05-2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.