bolt
Niet te verwarren met: Bôłt |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bolt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bolt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bollen |
bolt
Gangbaarheid
- Het woord bolt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbʌlˀd /
Woordafbreking
- bolt
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Nederduitse woord bolte zn
Naar frequentie | 9452 |
---|
Werkwoord
bolt
- gebiedende wijs van bolte
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bolt | bolten | bolte | bolterne |
genitief | bolts | boltens | boltes | bolternes |
Zelfstandig naamwoord
bolt
Synoniemen
- maskinskrue
Hyponiemen
- skrue
Afgeleide begrippen
- bolte
- boltsaks
- jernbolt
- pinbolt
Verwante begrippen
- skrue
Verwijzingen
- bolt in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Hongaars
Uitspraak
- IPA: /ˈbolt/
Zelfstandig naamwoord
bolt
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bɔlt /
Woordafbreking
- bolt
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord [1-2]: Afkomstig van het Nederduitse woord bolte zn
- Zelfstandig naamwoord [2]: Verkorting van het Noorse woord loddebolt zn
Naar frequentie | 5815 |
---|
Werkwoord
bolt
- voltooid (verleden) deelwoord van bole
Werkwoord
bolt
- gebiedende wijs van bolte
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bolt | bolten | bolter | boltene |
genitief | bolts | boltens | bolters | boltenes |
Zelfstandig naamwoord
bolt, m
- (techniek) bout, schroef, schroefbout
- een ijzeren staaf (om een raam of deur te sluiten)
- (gereedschap), (verkorting) bout, soldeerapparaat, soldeerbout, soldeerijzer
- (historisch) ketting aan de voeten van een groep gevangenen
Synoniemen
- [3]: loddebolt zn
Hyperoniemen
- [1]: jernstang zn
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: leggje i bolt og jern
in kluisters slaan
kluisteren
kluisteren
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bɔlt /
Woordafbreking
- bolt
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord [1-2]: Afkomstig van het Nederduitse woord bolte zn
- Zelfstandig naamwoord [4]: Verkorting van het Nynorske zelfstandige naamwoord loddebolt zn
- Zelfstandig naamwoord [5]: Verkorting van het Nynorske zelfstandige naamwoord strykebolt zn
Werkwoord
bolt
- gebiedende wijs van bolte
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bolt | bolten | boltar | boltane |
Zelfstandig naamwoord
bolt, m
- (techniek) bout, schroef, schroefbout
- een ijzeren staaf (om een raam of deur te sluiten)
- (historisch) ketting aan de voeten van een groep gevangenen
- (gereedschap), (verkorting) bout, soldeerapparaat, soldeerbout, soldeerijzer
- (historisch), (verkorting) strijkijzer
- (figuurlijk) gebruikt in de uitdrukking: slå ein bolt (= opscheppen)
Synoniemen
- [1]: bygningsskrue zn
- [1]: skrue zn
- [4]: loddebolt zn
- [5]: strykebolt zn
Hyperoniemen
- [1-3]: jernstong zn
Hyponiemen
- [1]: kingbolt zn
- [1]: svingbolt zn
- [1]: skrue zn
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: leggje i bolt og jern
in kluisters slaan
kluisteren
kluisteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.