bonuszoon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bonuszoon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbonʏˌzon/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·nus·zoon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bonuszoon bonuszoons
bonuszonen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debonuszoonm

  1. (familie) mannelijk kind van een partner uit een eerdere relatie
     Ik vind het heerlijk. Echt waar. Zelfs het opjagen van bonuszoon en de oeverloze discussies met dochterlief over wat ze vandaag aan gaat doen.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bonuszoon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Maarten
    “Eervolle titel” (18 september 2019)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.