boomgrens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomgrens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomɣrɛns/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.χrɛns/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.ɣrɛns/
Woordafbreking
  • boom·grens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomgrens boomgrenzen
verkleinwoord boomgrensje boomgrensjes

Zelfstandig naamwoord

deboomgrensv/m

  1. een grens in de bergen waarboven geen bomen meer groeien
    • Zij was nu zo hoog gekomen dat ze onbeschut in de wind stond, ver boven de boomgrens. 
     Toen ik bijna bij de boomgrens was, zag ik in de verte een hoge bergpas.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boomgrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.