boswitje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boswitje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·wit·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord boswitje boswitjes

Zelfstandig naamwoord

hetboswitjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Leptidea sinapis  een kleine tere dagvlinder met een zeer dun lijfje, uit de familie Pieridae, de witjes. Pas in 1989 is duidelijk geworden dat het verborgen boswitje, dat zeer sterk lijkt op het boswitje, een aparte soort is. Er zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van hybriden
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boswitje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.