botica

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  botica    (hulp, bestand)
  • IPA: /boˈtika/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botica botica's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboticav/m

  1. (bedrijf) (Antillen) winkel waar geneesmiddelen worden verkocht
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord botica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Spaans

enkelvoud meervoud
botica boticas

Zelfstandig naamwoord

botica v

  1. (medisch) apotheek
  2. (medisch) geneesmiddel, medicijn
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.