botsing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: botsing (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɔt.sɪŋ/
Woordafbreking
- bot·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | botsing | botsingen |
verkleinwoord | botsinkje | botsinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de botsing v
- het botsen
- Er was gisteren weer een frontale botsing op de snelweg.
- een conflict of ruzie
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het botsen
Gangbaarheid
- Het woord botsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "botsing" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.vrt.be (1 mrt 2025)
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.