bouwland

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwland    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bouw·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwland bouwlanden
verkleinwoord bouwlandje bouwlandjes

Zelfstandig naamwoord

hetbouwlando

  1. voor de akkerbouw gebruikt of geschikt land.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bouwland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.