bovenbeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bovenbeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbovə(n)ˌben/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ven·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenbeen bovenbenen
verkleinwoord bovenbeentje bovenbeentjes

Zelfstandig naamwoord

hetbovenbeeno

  1. (anatomie) de bovenste helft van een been
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bovenbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.