branddeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  branddeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brand·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord branddeur branddeuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debranddeurv/m [1]

  1. nooddeur bij brand
  2. (bouwkunde) een deur die een bepaalde weerstand heeft tegen de inwerking van vuur bij voorbeeld van ijzer met brandwerend materiaal bekleed
Verwante begrippen
  • brandwerende deur
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord branddeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.