brauð
IJslands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈb̥røyːð /
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brauð, dat van het Protogermaanse woord *braudą komt
Klasse n sterk |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | brauð | brauðið | brauð | brauðin |
genitief | brauðs | brauðsins | brauða | brauðanna |
datief | brauði | brauðinu | brauðum | brauðunum |
accusatief | brauð | brauðið | brauð | brauðin |
Zelfstandig naamwoord
brauð, o
- (kookkunst), (voeding) brood
- (kookkunst), (voeding) een nog niet aangesneden brood
- (religie) parochie, pastorie (het klerikale leven)
Synoniemen
- [2]: brauðhleifur
- [3]: prestakall
Typische woordcombinaties
- smurðu brauði
gesmeerd brood
Afgeleide begrippen
|
Zelfstandig naamwoord
brauð
- accusatief onbepaald onzijdig enkelvoud van brauð
brauð
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van brauð
brauð
- accusatief onbepaald onzijdig meervoud van brauð
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.