bread
Engels
Uitspraak
- Geluid: bread (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /brɛd/
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord van West-Germaans *braud. Verwant met o.a. Oudnoords brauð, Deens brød, Oudfries brad, Duits Brot, Nederlands brood.[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bread | breads |
Zelfstandig naamwoord
bread
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bread |
he/she/it | breads |
verleden tijd | breaded |
voltooid deelwoord |
breaded |
onvoltooid deelwoord |
breading |
gebiedende wijs | bread |
Werkwoord
bread
- overgankelijk bestrooien met broodkruimels
Verwijzingen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
brear |
bread
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van brear
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.