brijbek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brijbek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- brij·bek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brij zn en bek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brijbek | brijbekken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de brijbek m
- (schertsend) spotnaam voor Zwollenaren en mensen uit Workum
- iemand die veel van brij houdt
Synoniemen
- [1] Zwollenaar
Gangbaarheid
- Het woord 'brijbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brijbek" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.