broadcast

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  broadcast (VS)    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van  broad bn  en  cast ww 
enkelvoud meervoud
broadcast broadcasts

Zelfstandig naamwoord

broadcast

  1. (media) uitzending (m.n. op radio of televisie)
vervoeging
onbepaalde wijs to  broadcast 
he/she/it  broadcasts 
verleden tijd  broadcast 
voltooid
deelwoord
 broadcast 
onvoltooid
deelwoord
 broadcasting 
gebiedende wijs  broadcast 

broadcast

  1. overgankelijk, (media) uitzenden
    «The show was broadcast on Friday.»
    De show werd op vrijdag uitgezonden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.