broekrok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broekrok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • broek·rok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broekrok broekrokken
verkleinwoord broekrokje broekrokjes

Zelfstandig naamwoord

debroekrokm

  1. (kleding) broek voor een vrouw die veel lijkt op een rokje
    • Na twee jaar zijn de culottes, ook wel broekrok genoemd, nog steeds geen succès fou in Nederland. Wie ze niet aandurft in de stad, zou de driekwart, zeer wijde broek toch in overweging moeten nemen voor op de camping. Zeker modellen met een elastiek in de taille zijn supercomfortabel. Je kunt er mee zitten en hurken, en als het gras drassig is blijven de pijpen droog.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord broekrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 2 juli 2016 Milou van Rossum
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.