broen

Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord broen broenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie

Bijvoeglijk naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie hebbend

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • bro·en
Naar frequentie 1617

Zelfstandig naamwoord

broen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van bro

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈbruːn/ (Etsbergs)

Bijvoeglijk naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin

Zelfstandig naamwoord

broen o

  1. (kleur) bruin
Verbuiging

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord broen broenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie
Schrijfwijzen

Bijvoeglijk naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie hebbend
Schrijfwijzen

Twents

enkelvoud meervoud
naamwoord broen broenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie

Bijvoeglijk naamwoord

broen

  1. (kleur) bruin; een kleur zoals die van walnoten, chocola of koffie hebbend
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.