bromfietsrijbewijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bromfietsrijbewijs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brom·fiets·rij·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bromfietsrijbewijs bromfietsrijbewijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbromfietsrijbewijso

  1. (verkeer) rijbewijs dat men nodig heeft als men met een brommer wil rijden zonder dat men een autorijbewijs heeft
     Tegelijk is het aantal 17-jarigen dat een bromfietsrijbewijs bezit en geen autorijbewijs heeft, licht gedaald. In 2014 had 11 procent zo'n bewijs, nu is dat 9,6 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).[1]

Gangbaarheid

  • Het woord bromfietsrijbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “17-jarigen pakken liever de auto dan de brommer” (Vrijdag 20 mei 2016, 02:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.